Cijfermethode, het cijferstrookje

Dit is het originele strookje zoals het bij het muziekboek wordt geleverd. Het is duidelijk en gaat lang mee. 

De laagste toon op het strookje is de lage F. Op de meeste orgels is dit de 4e witte toets van links. Het strookje kunnen we ook eenvoudig zelf maken.

Een rechte strook papier van 2.5 cm breed en minimaal 50 cm lang is te maken uit een A4 (ca. 21 x 29 cm). In het midden plakken we de 2 delen aan elkaar vast. 

Vervolgens leggen we de strook op het klavier en markeren met een stift voorzichtig de naden tussen de toetsen. Pas op dat de toetsen zelf niet gekleurd raken..........

Als we alle streepjes hebben gehad is het tijd om de cijfers en letter er op te zetten. We beginnen links met de hoofdletter F en vervolgens G A B, dan de kleine c d e f g a b , en dan de cijfers 1 tot en met 10 (of 11).

Als we aan de uiteinden de strook een beetje vouwen, dan blijft hij mooi staan, zonder naar u toe te vallen.  De F zetten we op de 4e witte toets van links. Dit is in 99% van de gevallen de goede plaats. Kijk ook goed of het onderstaande plaatje klopt met uw klavier.

 De centrale c (de "1" op het strookje) zit iets links van het midden van uw klavier.

Een iets sjiekere versie, met zilveren letters op een zwarte strook papier. Deze strook valt iets minder op (voor omstanders bijvoorbeeld........).  Hij is ook nuttig voor het langzaam afbouwen van het gebruik van het strookje.